Leginah Karso
Geboren 28 juli 1965 te Nickerie, Suriname
Gestorven 19 maart 2005 te Haarlem, Nederland
In Memoriam - geschreven door Ricardo dos Ramos op 28 juli 2005
![]() |
![]() |
Ginah's verjaardag op 28 juli 2003 | Ginah met Ricardo en hun 3 kinderen |
Vandaag 28 juli 2005, zou Leginah Karso haar 40e jaardag herdenken. Helaas heeft ze het niet mogen meemaken want op 19 maart 2005 heeft Leginah Karso, na een lange beproeving, het tijdelijke met het eeuwige verwisseld. Ginah is in alle opzichten een bijzondere vrouw, en heeft op vele mensen een diepe indruk gemaakt. In haar heel leven heeft altijd de noodlijdende mens centraal gestaan.
Ter nagedachtenis van haar schrijf ik dit stuk.
Ginah zag het levenslicht op 28 juli 1965 in het district Nickerie, Suriname, en maakte deel uit van een gezin bestaande uit 6 dochters en 2 broers. Van het gezin was zij het 6e kind. Het gezin woonde in de Clara polder in Nickerie. Zij bezocht de Lagere School en de Mulo B in Nickerie.
Na het behalen van haar Mulo B diploma verhuisde Ginah naar Paramaribo, waar zij de HAVO bezocht. In deze periode kreeg de familie Karso een zware tegenslag te verwerken. Ginah’s moeder overleed op 40 jarige leeftijd op 30 april 1983.
Ginah heeft deze klap moeilijk kunnen verwerken, om op zo’n jonge leeftijd, slechts 17 jaar oud, zonder moeder te zijn. Haar vader trok kort daarna uit huis, en Ginah moest na het behalen van haar Havo diploma, gaan werken. Ze nam de zorg van haar jongere broer op zich, en het was voor haar een heel zware periode.
In 1984 trad ze in dienst bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Ik werkte daar een jaar eerder, en direct bij de 1e kennismaking maakte ze reeds diepe indruk op me. Niet lang daarna waren we onafscheidelijk. Door positieve stimulans wederzijds besloten we beiden verder te gaan met onze studie. Zij koos voor de Academie voor Hogere, Kunst en Cultuur (AHKCO), waar zij voor de richting maatschappelijk werk koos. Deze richting paste uitstekend bij haar karakter en persoonlijkheid en zij groeide uit, van een enigszins timide jongedame tot een zeer zelfbewuste vrouw.
Binnen een recordtempo van 4 jaar wist zij de Academie af te ronden, en cum laude verworf zij haar Bachelor graad. Haar prestaties en indrukken tijdens haar stageperiodes waren niet ongemerkt gebleven binnen het sociaal-maatschappelijk veld. Ze werd benaderd door enkele prominente vrouwen, en gezamenlijk werd de stichting Jonge Vrouwen Centraal (JOVROCE) opgezet. Deze stichting zette zich in voor het lot van tienermoeders. Van deze stichting, die heel wat goede projecten initieerde werd Ginah later de voorzitter en voortrekster. Tezamen met 2 andere collega’s schreef Ginah een voorlichtingsboek voor de tienermoeders en de hulpverlener, getiteld: “Eenmaal is Genoeg”.
Op de boot naar Matapica, 1990
Haar verdere prestaties en verdiensten waren:
- Beleidsmedewerkster op het Ministerie van Sociale Zaken
- Part-time docente op de Academie voor Hogere Kunst en Cultuur
- Mede-oprichtster en voorzitter van “Stichting Kijomo” een creche speciaal opgezet voor tienermoeders
- Mede-oprichtster van “stichting Educa”, een opleidingsinstantie
- Deelname aan diverse congressen en trainingen in Curacao, New York, China en Nederland
- Stagebegeleidster van stagiaires van HBO instellingen vanuit Nederland
- Lid van de Supervisorengroep in Suriname - Lid van het Vrouwennetwerk
- Bestuurslid van “Gehandicapten Soos”
Als hulpverleenster was ze erg geliefd, en het was bekend van haar dat ze met haar charme, overtuigingskracht, vriendelijkheid en enthousiasme mensen voor haar kon inwinnen om vooral sociaal-maatschappelijke projecten te realiseren.
Intussen woonden Ginah en ik al geruime tijd samen, en genoten, ondanks wederzijdse drukke bezigheden, volop van elkaar. Op 12 november 1993 mochten we onze eerste kind verwelkomen, geboren in het Diakonessenziekenhuis. We gaven onze zoontje de namen Geryen Xavier Soeryanto. Het ouderschap bracht ons nog dichter naar elkaar toe, en we kregen maar niet genoeg van het klein wondertje in ons leven. Op 4 november 1995 gaven we, nog voor de geboorte van onze 2e kind, elkaar het ja-woord, in de St-Rosa Kerk. Rosangela Valerie Ashriantie werd geboren op 14 april 1996, in het St. Vincentius Ziekenhuis, een prachtige dochtertje. Het leven lachte ons toe, zowel persoonlijk als zakelijk.
Intussen had Ginah, die zich sterk aangetrokken voelde tot het christelijk geloof, de stap genomen om zich Rooms-Katholiek te dopen. Hierbij kreeg ze onderricht van, nu ook wijlen, Zuster Ann Heidweiler. Er ontstond een diepe geestelijke band tussen Zuster Ann en Ginah. Ginah zette zich in voor de kerk en hielp waar ze kon helpen.
![]() |
![]() |
Ginah met zuster Ann | 28 juli 2003 |
In 1998 kregen we een harde klap te verwerken, ons opleidingsruimte en kantoor brandde af, en we waren niet voldoende verzekerd. Met een enorme veerkracht en een nooit aflatende optimisme hebben we onze beiden door deze periode heen weten te slaan en richtte na 5 maanden een nieuw kantoor in. Op 24 augustus 1999 kregen we onze derde kind, een zoontje met de namen Daniël Fransisco Haryanto, geboren in het Academisch ziekenhuis. Ondanks haar drukke werkzaamheden was Ginah ook thuis zeer attentvol en zorgzaam. Een lieve moeder en vrouw, die voor iedereen tijd had, en alle werkzaamheden kon combineren. Ginah hield enorm veel van koken, en probeerde van de meest eenvoudige maaltijd een feestmaal te maken. Thuis was het altijd een gezellige boel, vooral wanneer de grote matras voorop gelegd werd en het heel gezin bij elkaar lag en sliep.
Ginah hield enorm veel van zingen en ze kon ook heel mooi zingen. ’S avonds voor het slapen gaan was er altijd gezang en gelach. Vooral kerkelijke liederen werden samen gezongen. Het is van haar dat de kinderen zoveel kerkelijke liederen kennen.
Oktober 2001 sloeg het noodlot toe. Een onderzoek wees uit dat Ginah borstkanker had, en dat ze geopereerd moest worden (borstamputatie). Het moment dat we alleen waren, barstte ze in huilen uit, en snikte, dat ze niet dood wilde gaan. Wij beiden helemaal overstuur, maar diezelfde middag nog was ze enorm sterk. Ze pakte haar kleren in voor het ziekenhuis, en gaf aan dat ze voor ons sterk zal zijn. Ze liet een afscheidsbriefje achter, voor het geval iets mis zou gaan bij de operatie. De operatie verliep goed, maar het bleek dat er reeds uitzaaiingen hadden plaatsgevonden. Chemokuur volgde, maar toen bleek dat het om een agressieve vorm van kanker ging. Wederom werd er een knobbel gevonden in de andere borst. Ondanks deze slechte tijding bleef Ginah sterk en optimistisch. We bespraken de situatie voorzichtig met de kinderen, en ook zij werden voorbereid. Vooral in deze periode werd Ginah’s geloof veel dieper, en sloeg over naar mij en de kinderen.
Elke avond, samen liggend in ons hangmat op balkon spraken we tot laat in de avond veel over de diepere waarde van het leven, en het leven na de dood. Uit deze gesprekken putten we beiden weer kracht voor de situatie.
Op 14 april 2002, op de 6e jaardag van Rosangela, vertrokken we met pijn in onze hart naar Nederland, voor verdere medische behandeling. Na de eerste paar bestralingen, bleek bij onderzoek dat de uitzaaiingen doorgedrongen waren in de botten. De bestralingen hadden geen zin meer, omdat genezing niet meer mogelijk was. Bij het horen van dit nieuws leek het alsof de wereld ophield te bestaan, een niet te beschrijven gevoel van ongeloof, onmacht en verdriet. Teruggekomen op ons verblijfsadres, hielden we elkaar stevig vast en lieten we onze emoties de vrije loop. Haar grootste vrees was bewaarheid geworden..namelijk haar kinderen ook achterlaten op jonge leeftijd zonder moeder. Dezelfde traumatische ervaring die ze heeft gehad bij het overlijden van haar moeder. Ter wille haar wil om haar leven verder te rekken en de kinderen de kans te geven om alvast te wennen om te leren leven zonder haar, hebben we samen zeer pijnlijke offers moeten doen. Ginah’s kracht bleek uit haar woorden: “no more tears” ik ga vechten. In augustus 2003, net na haar 38e verjaardag waar ze van eenieder afscheid nam, is ze vertrokken naar Nederland, voor mogelijkheden tot verdere verlenging van haar leven. En ze heeft gevochten tot het eind, met een nooit aflatende strijdlust en geloof. Ondanks de meest pijnlijke onderzoeken en operaties, heeft ze nooit geklaagd en was ze altijd positief naar haar medemens. In haar strijd heeft ze heel veel mensen, inclusief doktoren, laten zien, waartoe een mens in staat is als men maar geloof heeft. Veel mensen heeft ze bij elkaar gebracht. Ondanks haar fysieke afwezigheid gaf haar diepe verbondenheid en het vrijwel dagelijks contact met mij en de kinderen een gevoel van troost, rust en zekerheid. Het weerzien van de kinderen in Suriname en Nederland was een onbeschrijfelijke vreugde, en evenzo verdrietig was het nemen van afscheid. Eind 2004 werd Ginah’s situatie in ijltempo veel erger en op 19 maart 2005 was haar strijd ten einde. Haar laatste dagen werden opgefleurd met de aanwezigheid van mij en de kinderen. Even kwam de oude gezelligheid van vroeger terug, de kinderen om haar heen liggend en prachtig zingend en bidden voor haar. De Here heeft haar een pijnlijke en lange lijden bespaard, en op 19 maart 2005 mocht ik met heel veel verdriet, haar ogen voor het laatst sluiten. Een prachtige vrouw is heengegaan, maar haar herinneringen blijven voortbestaan in onze harten. Ik heb haar grootste nalatenschap en dierbaarste schat mogen ontvangen, namelijk onze drie prachtige kinderen Geryen, Rosangela en Daniël. In hun leeft Ginah voort !
Ricardo dos Ramos 28 juli 2005